Een modern kantoorgebouw, een ziekenhuis, een school of zelfs een supermarkt; bij de bouw wordt lang nagedacht over een efficiënte indeling. Alle ruimtes moeten worden benut en daarbij dienen de looplijnen zo kort mogelijk te zijn. Bij de bouw van een stal is dat niet anders. Er zijn verschillende groepen koeien met ieder hun eigen rantsoen. Efficiënte looplijnen zorgen ervoor dat zowel de koeien als de boer altijd een zo kort mogelijke afstand naar hun volgende doel hebben. We leggen de looplijnen zoals we deze voor onze stal hebben bedacht uit aan de hand van bovenstaande plattegrond.
We beginnen bij de kalveren, een groep die niet in de nieuwe stal komt maar in de oude boerderij. Jonge kalveren hebben een eigen klimaat nodig. De pasgeboren kalveren komen in een eenlingbox om ziektes te voorkomen. Als de kalfjes voldoende weerstand hebben opgebouwd komen ze in de groep in strohokken. Ze hebben voldoende ruimte om zich te ontwikkelen. In de jongveestal groeien de kalfjes op tot pink. Als de pinken drachtig zijn komen ze in de nieuwe stal tussen de andere drachtige pinken. Een aantal weken voordat de pinken afkalveren mogen ze tussen de droge koeien. Zo kunnen ze alvast wennen aan hun toekomstige kudde. De droge koeien lopen in twee groepen. Ze verblijven eerst vier weken in de ‘Far off’ groep en twee weken voor afkalveren komen ze in de ‘Close up’. De afkalfruimte staat in direct contact met de ruimte waar de droge koeien staan zodat ze niet afgezonderd worden van hun groep. De droge koeien hebben ook een uitloop naar buiten. Na het afkalven komt de koe in de kudde waar haar robotcarrière begint.
Met de huidige melkstal worden de koeien iedere 12 uur allemaal gemolken. Het grote voordeel van robotmelken is dat de koeien zelf naar de melkrobot komen wanneer ze gemolken willen worden. Voor de ene koe is dit twee maal per dag, voor de andere misschien wel vier maal. Vanuit de robot kunnen koeien apart gezet worden in de separatie ruimtes. Dit kan nodig zijn om bijvoorbeeld de klauwen te verzorgen. Verder is de gehele ruimte open zodat de koeien vrij koeverkeer hebben. Ze kunnen gaan waar ze willen. Gedurende de zomer staan de koeien buiten maar is de stal en robotruimte net zo toegankelijk als in de winter. Later vertellen we meer over de voordelen van het robotmelken en het beweiden in combinatie met een melkrobot.
Naast efficiënt koeverkeer zijn de lijnen van het melkwinning ook kort. De technische ruimte, melktank en robots worden bij elkaar geplaatst om deze transportlijnen zo kort mogelijk te houden. Naast een efficiënte werkwijze bespaart dit aanzienlijk in energie. Ook is de mestscheider zo geplaatst dat de gerecyclede mest in korte lijnen naar de boxen getransporteerd kan worden. Op bovenstaande tekening zijn de looplijnen weergeven.